Inleiding, ontwikkelingen en risico'sOnderhoud kapitaalgoederenInleiding, ontwikkelingen en risico'sInleidingIn deze paragraaf geven we het beleidskader aan voor het onderhoud van de kapitaalgoederen en de vertaling van de financiële consequenties naar de begroting. Per kapitaalgoed gaan we onder andere in op het beleidskader, de financiële middelen, de stand van de voorziening en de risico's.OntwikkelingenIn 2016 is het beleidsplan openbare ruimte (IBOR) voor vier jaar vastgesteld. We spraken af dat we in 2017 een jaarplan en meerjarenplan voorleggen met een doorkijk naar 2022. Deze afspraak is niet geheel gehaald. In 2017 plaatsten we op de gemeentelijke website een kaart met een overzicht van de grootste projecten en werkzaamheden. Deze is samengesteld op basis van inwonersinitiatieven en de uitvoering van werkzaamheden van de taakvelden wegen, riolering, water, kunstwerken, openbaar groen en verlichting en de ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe (civiele) werken. De planning is nu om in 2018 het Integraal (meer)jarenplan 2018 met een doorkijk naar 2022 op te leveren.Risico'sAvri is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderhoud van de openbare ruimte. De uitvoering bleef het afgelopen jaar binnen de vastgestelde beeldkwaliteit. Ook voerde Avri de werkzaamheden binnen het vastgestelde budget uit.WegenOnderhoud kapitaalgoederenWegenWegenAlgemeenOp basis van meerjarenplannen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit aan de wegen. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en randvoorwaarden die vastliggen in het beheerplan Wegen 2016-2045.BeleidDe actuele beleidskaders staan in het IBOR-plan (vastgesteld 19 januari 2016). Het beheerplan Wegen 2016-2045 is één van de onderleggers van het IBOR. Het kwaliteitsniveau is vastgesteld op het niveau Basis. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en middellange termijn toereikend om het vastgestelde onderhoudsniveau op niveau Basis uit te voeren. Als we het kwaliteitsniveau voor het wegenonderhoud willen verhogen in de toekomstige jaren, dan is dit beschikbare budget ontoereikend.Financiële middelenIn de begroting van 2017 namen we voor het onderhoud voor wegen een bedrag op van € 2.465.991,- (inclusief index en areaaluitbreiding). De uitvoering van het onderhoud bekostigden we uit de onderhoudsvoorziening voor wegen.Na de inspectie van de wegen is er een uitvoeringsplan opgesteld. In de uitvoering zijn alle wegvakken die uit de planning kwamen gerepareerd. Hierdoor voldoen we aan de uitgangspunten van het beheerplan Wegen. Omdat de uitgaven per jaar fluctueren, gebruiken we de voorziening Wegen als egalisatievoorziening.De voorziening is voor de komende vier jaar toereikend om de werkzaamheden aan de wegen uit te voeren. Het betreft alleen groot onderhoud.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekMeerjarig verloop voorziening Wegen:Risico'sDe prijzen van grondstoffen (onder andere olie) fluctueren sterk.In het beheerplan Wegen is geen rekening gehouden met rehabilitatiekosten, dat wil zeggen wat het zou kosten als de weg opnieuw moet worden aangelegd. Bij veranderingen van het verkeersaanbod (verhoogde aslast) is de draagkracht van de fundering onvoldoende. De restlevensduur van de weg vermindert dan sterk. En de kosten van de te nemen onderhoudsmaatregel valt dan hoger uit. De voorziening is op langere termijn niet toereikend om het vastgestelde onderhoud te garanderen. Er is een tekort in de jaren 2024 tot en met 2032. Daarna is de voorziening weer toereikend. In 2021 starten we een onderzoek om de kostendekkendheid te herberekenen.Hoe lager het kwaliteitsniveau voor onderhoud van wegen, hoe hoger het risico van achterstallig onderhoud en daaruit voortvloeiende claims.Openbare verlichtingOnderhoud kapitaalgoederenOpenbare verlichtingOpenbare verlichtingAlgemeenOp basis van meerjarenplannen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit aan de openbare verlichting. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en de randvoorwaarden, die vastliggen in het beleidsplan Openbare verlichting.BeleidDe actuele beleidskaders staan in het IBOR-plan (vastgesteld 19 januari 2016). Het beheerplan Openbare verlichting 2013-2018 is één van de onderleggers van het IBOR. Omdat de financiële middelen beperkt zijn, onderhouden we de openbare verlichting op een lager kwaliteitsniveau dan voorgaande jaren. Het kwaliteitsniveau is verlaagd van niveau Aandacht naar het niveau Normaal. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en lange termijn toereikend om het vastgestelde onderhoudsniveau uit te voeren.Financiële middelenDoordat we het kwaliteitsniveau in 2017 naar beneden hebben bijgesteld, hebben we structureel € 20.051,- minder nodig voor onderhoud. In de begroting 2017 namen we daarom voor de openbare verlichting een bedrag van € 267.668,- (inclusief index en de areaaluitbreiding) op. Dit bedrag is exclusief energiekosten. De uitvoering van het onderhoud bekostigen we uit de voorziening Openbare verlichting.Het verlaagde kwaliteitsniveau in 2017 naar Basis heeft tot gevolg dat eenmalig € 32.607,- vrij is gekomen uit de voorziening Openbare verlichting in 2017.Na de inspectie van de openbare verlichting hebben we bepaald dat er een aantal armaturen en lichtmasten vervangen moesten worden. Omdat het financieel aantrekkelijk is om over te gaan op led-verlichting hebben we een aantal proefopstellingen geplaatst. Op basis van de prijs-kwaliteitsverhouding hebben we een keuze gemaakt voor aan aantal armaturen. Vanaf 2018 gaan we over op led-verlichting. Omdat de uitgaven per jaar fluctueren, gebruiken we de voorziening Openbare verlichting als egalisatievoorziening.De voorziening Openbare verlichting is toereikend om het onderhoudsprogramma in de komende jaren uit te voeren. Vanaf 2018 en de jaren daarna stijgt de voorziening jaarlijks gelijkmatig, omdat we dan sparen voor de grote vervangingen (onderhoud) die gepland staan vanaf 2030.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekMeerjarig verloop voorziening Openbare verlichting:Risico'sDe stijging van de prijzen van onder andere staal en aluminium kan hoger zijn dan de begrote stijging.Civieltechnische kunstwerkenOnderhoud kapitaalgoederenCivieltechnische kunstwerkenCivieltechnische kunstwerkenAlgemeenOp basis van meerjarenplannen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit aan civieltechnische kunstwerken. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en randvoorwaarden die vastliggen in het beheerplan Infrastructurele kunstwerken 2016-2025.BeleidDe actuele beleidskaders staan in het IBOR-plan (vastgesteld 19 januari 2016). Het beheerplan Infrastructurele kunstwerken 2016-2025 is één van de onderleggers van het IBOR. Het kwaliteitsniveau is vastgesteld op het niveau Basis. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en middellange termijn toereikend om het vastgestelde onderhoudsniveau uit te voeren.Financiële middelenVia een vijfjaarlijkse inspectie van de civieltechnische kunstwerken bepalen we aan welke kunstwerken voor de komende jaren onderhoudswerkzaamheden moeten plaatsvinden. De uitgaven zijn per jaar wisselend en we gebruiken de voorziening Civieltechnische kunstwerken als egalisatievoorziening.In de begroting van 2017 namen we voor de civieltechnische kunstwerken een bedrag van€ 242.601,- (inclusief index en inclusief de areaaluitbreiding) op. De uitvoering van het onderhoud bekostigden we uit de voorziening Civieltechnische kunstwerken. We hebben € 114.384,- uitgegeven. Dit is minder dan begroot. Dit komt doordat de bruginspectie van 2017, met een raming van € 85.000,-, is verschoven naar 2018.De voorziening voor de komende vier jaar is toereikend om de werkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken uit te voeren. In het beheerplan zijn vervangingen niet opgenomen. Indien vervanging nodig is, nemen we deze op in de lijst met vervangingsinvesteringen welke we u ter besluitvorming voorleggen bij de begrotingsbehandeling. De eerste vervanging van een houten brug staat gepland voor 2019.Tot 2021 groeit de voorziening, omdat we jaarlijks meer sparen dan uitgeven. Na 2021 daalt de voorziening, omdat dan de uitgaven voor groot onderhoud aan beschoeiing en duikers gepland staat.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekMeerjarig verloop voorziening Civieltechnische kunstwerken:Risico'sHet waterschap heeft het voornemen uitgesproken om de beschoeiingen (civiele kunstwerken) af te willen stoten. Zodra dit gebeurt, kan dit extra onderhoudskosten voor de gemeente betekenen.Bij vervanging van duikers wordt door het waterschap een grotere diameter geëist, wat extra aanleg- en beheerskosten met zich meebrengt.RioleringOnderhoud kapitaalgoederenRioleringRioleringAlgemeenOnder riolering verstaan we meer dan alleen buizen onder de grond. Het gaat om het geheel aan fysieke voorzieningen waarmee de gemeente zorgt voor de volksgezondheid en droge voeten. Hiervoor hebben we drie wettelijke zorgplichten, namelijk voor afvalwater, hemelwater en grondwater.BeleidDe beleidskeuzes zijn opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan. We zitten in een proces om deze zowel integraal af te stemmen met de regiogemeenten én op te nemen in het IBOR. Het kwaliteitsniveau is vastgesteld volgens het principe dat het systeem doelmatig werkt. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en middellange termijn toereikend om het vereiste onderhoud voor de doelmatige werking van het systeem uit te voeren. Financieel koos u om:Een interne rekenrente van 1% op de kapitaallasten te hanteren.Tot en met 2020 vervangingsinvesteringen in tien jaar af te schrijven en vanaf 2021 direct af te boeken op de voorziening. Door te sparen voor investeringen bouwen we onze schulden af, en hoeven we op termijn geen rente meer te betalen.Riolen niet te vervangen op basis van afschrijvingsplanningen, maar op basis van toestandsgegevens uit inspecties.Een kostendekkend riooltarief te hanteren.Vanaf 2018 jaarlijks € 200.000,- gecompenseerde BTW op rioolwerkzaamheden aan de algemene middelen toe te voegen.Financiële middelenJaarlijks innen we een bedrag van ongeveer € 2,5 miljoen aan rioolheffing. In 2017 is dit € 2,57 miljoen. Naast de exploitatie voeden we hiermee drie voorzieningen:Voorziening GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan): met deze voorziening zorgen we voor een gelijkmatige ontwikkeling van het tarief van de rioolheffing. De voorziening is in 2017 met € 277.063,- toegenomen en bedraagt eind 2017 € 3,7 mln. Dit is € 107.063,- hoger dan begroot. Dat komt door minder personele inzet.Voorziening Vervanging Riolering: met deze voorziening sparen we voor toekomstige rioolvervanging. De voorziening is in 2017 met € 200.000,- toegenomen en bedraagt eind 2017 € 600.000,-. Door te sparen voor onze toekomstige rioolvervangingen voorkomen we rentelasten. Deze voorziening wordt volgens schema gevuld en vanaf 2021 starten we met rioolvervanging.Voorziening Onderhoud Riolering (gemalen): deze voorziening gebruiken we voor groot onderhoud aan en vervanging van de rioolgemalen. Hiermee verevenen we de jaarlijkse lasten in de begroting. De voorziening is per saldo in 2017 met € 34.265,- licht toegenomen en bedraagt eind 2017 € 658.769,-. In 2017 waren door externe invloeden een aantal extra inspanningen nodig om het systeem goed werkend te houden. Hierdoor hebben we de vervangingsplanning tussentijds in 2017 moeten bijstellen en waren de totale uitgaven in 2017 € 290.735,-.Alle voorzieningen zijn toereikend voor de komende jaren. We streven naar een zo klein mogelijke reserve in alle voorzieningen.GrafiekMeerjarig verloop voorziening GRP:Meerjarig verloop voorziening Vervanging Riolering (vrij verval):Meerjarig verloop voorziening Onderhoud Riolering (gemalen):Risico'sIn 2018 gaan we aan de slag met klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie is de verzamelnaam voor het aanpassen van de omgeving aan het veranderende klimaat op het gebied van droogte, hitte, wateroverlast en waterveiligheid.Door het uitvoeren van stresstesten bepalen we waar de zwakke schakels in de openbare ruimte zijn. Hier kan een uitvoeringsprogramma uit volgen, met financiële consequenties tot gevolg.WaterOnderhoud kapitaalgoederenWaterWaterAlgemeenHet oppervlaktewatersysteem kent vele beheerders. Waterschap Rivierenland beheert het regionale watersysteem (A-status). Perceeleigenaren beheren de kleine watergangen (B- en C-status), de haarvaten van het systeem. De gemeente heeft veel van die kleine watergangen. De wettelijke zorgplicht is vastgelegd in de Keur. Dat is de grondslag waarop het waterschap handhaaft.BeleidIn 2009 stelden we met Waterschap Rivierenland een waterplan op. In het waterplan legden de we de visie vast. We willen een gezond, veerkrachtig kwalitatief goed aantrekkelijk en op de toekomst berekend watersysteem. Er zijn verschillende streefbeelden gedefinieerd die als het ware een kwaliteitsniveau aangeven. Maar het functioneren van het watersysteem is geborgd in de minimum eisen die het waterschap stelt. Er geldt dat de watergangen voldoende diep (Baggeren) en vrij van begroeiing (Groen) moeten zijn. In het waterplan voorzagen we een aantal maatregelen om bestaande knelpunten op te lossen.Financiële middelenDe resterende maatregelen uit het waterplan zijn in 2017 opgestart, maar de uitvoering loopt door in 2018. Er zijn in 2017 daardoor voornamelijk eigen uren gemaakt en nog nauwelijks kosten van uitbestede werkzaamheden aan derden. In 2018 willen we alle werkzaamheden afronden. Daarnaast willen we nader onderzoek doen naar oplossingsmogelijkheden van een laatste nog bestaand knelpunt van een watergang in Zoelen. Het restant 2017 van € 81.500,- stellen we voor over te hevelen naar 2018. Ook willen we het restant van de reserve van € 31.700,- hiervoor inzetten.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekDit kapitaalgoed kent geen egalisatievoorziening.Risico'sIn 2018 gaan we aan de slag met klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie is de verzamelnaam voor het aanpassen van de omgeving aan het veranderende klimaat op het gebied van droogte, hitte, wateroverlast en waterveiligheid.Door het uitvoeren van stresstesten bepalen we waar de zwakke schakels in de openbare ruimte zijn. Daar kan een uitvoeringsprogramma met financiële consequenties uit volgen. Er ligt een relatie met het kapitaalgoed Riolering. We verwachten daar het grootste risico, omdat in de voorziening GRP nu geen extra klimaatmaatregelen zijn opgenomen. Voor het kapitaalgoed Water lijkt het risico kleiner, omdat het waterschap de verantwoordelijkheid voor de inrichting van het watersysteem heeft.BaggerenOnderhoud kapitaalgoederenBaggerenBaggerenAlgemeenWe hebben de verplichting om gemeentelijke watergangen langdurig op diepte te houden. Daarom baggeren we deze watergangen. Dat doen we niet jaarlijks, maar planmatig volgens een meerjarig uitvoeringsplan.BeleidHet actuele beleidskader stelde u vast via raadsvoorstel RV/15/00583. Het uitvoeringsplan 2016-2032 is later één van de onderleggers geworden van het IBOR (vastgesteld 19-01-2016). U besloot aan te sluiten op de baggerplanning van het waterschap, preventief te baggeren, alle gemeentelijke watergangen te baggeren die niet baggerschoon zijn en perceeleigenaren aan de andere zijde van de watergangen uitsluitend te betrekken als dit op het totaal economisch voordelig is.Een kwaliteitsniveau is niet expliciet bepaald, omdat het functioneren van het watersysteem is geborgd in de minimumeisen die het waterschap stelt ten aanzien van de diepte. We moeten dus simpelweg voldoen aan de schouw van het waterschap. De waterdiepte mag, door aanwezigheid van bagger, niet verder beperkt worden dan afhankelijk van de breedte van de watergang op zomerpeilhoogte:breder dan 2 meter: 0,50 meter ten opzichte van zomerpeil;breder dan 1 meter en smaller dan 2 meter: 0,40 meter ten opzichte van zomerpeil;smaller dan 1 meter: 0,30 meter ten opzichte van zomerpeil;C-water: Voor C-watergangen gelden geen diepte-eisen, we gaan uit van een diepte van 20 centimeter.In 2017 voldeden we aan de diepteschouw.Financiële middelenIn de begroting van 2017 namen we voor het baggeren van gemeentelijke watergangen een bedrag op van € 30.250,- (inclusief index en areaaluitbreiding). Vanaf 2018 hebben we jaarlijks € 141.250,- beschikbaar. De uitvoering van het onderhoud bekostigden we uit de voorziening Baggeren watergangen.Omdat de uitgaven per jaar fluctueren, gebruiken we de voorziening Baggeren watergangen als egalisatievoorziening. De voorziening Baggeren watergangen is toereikend om het onderhouds-programma uit te voeren. Er is in 2017 een bedrag van € 30.250,- toegevoegd aan deze voorziening. De stand van de voorziening is eind 2017 € 184.479,- en in 2017 zijn de uitgaven € 163.541,-.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekMeerjarig verloop voorziening Baggeren watergangen:Risico'sDe belangenvereniging Lingemeer wil graag de watergangen uitdiepen. Dat biedt ons ook beheermatig voordeel. Maar deze kosten zijn niet in het uitvoeringsplan opgenomen en hiervoor is nog aanvullend budget nodig. Het werk kan in het baggerseizoen van 2019-2020 plaatsvinden. In de eerste helft van 2018 bepaalt het college of zij daartoe een voorstel aan de raad voorlegt.GroenOnderhoud kapitaalgoederenGroenGroenAlgemeenOp basis van meerjarenplannen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden aan de openbare groenvoorzieningen uit. Bij de uitvoering hanteren we de uitgangspunten en randvoorwaarden die vastliggen in het beheerplan Groen.Het ambitieniveau voor het beheer is inmiddels vertaald in een Integraal Beeldkwaliteitsplan voor de openbare ruimte. Hierin is ook het dagelijks onderhoud aan bijvoorbeeld verharding, straatmeubilair en riolering opgenomen. Het onderhoud wordt uitgevoerd door Avri.BeleidDe actuele beleidskaders staan in het IBOR-plan (vastgesteld 19-01-2016). Het beheerplan Groen 2011-2015 is één van de onderleggers van het IBOR. Het kwaliteitsniveau is vastgesteld op binnen de kom B, buiten de kom C en de begraafplaatsen op A+. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en middellange termijn toereikend om het vastgestelde onderhoudsniveau uit te voeren.Financiële middelenIn 2017 en 2018 rekenen we in de begroting met een structurele jaarlijkse onderhoudslast van € 1.360.000,-. Deze onderhoudslasten waren in totaal € 1.281.979,- in 2017.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekWe maken geen gebruik van een egalisatievoorziening. De jaarlijkse exploitatielasten voor onderhoudswerkzaamheden Groen zijn als volgt weer te geven voor de jaren 2016-2021:Risico'sWe hebben in 2017 een inspectie uitgevoerd op de fysieke kwaliteit van het openbaar groen in de kernen. Na analyse van de informatie maken we een uitvoeringsplan en doen we u een voorstel voor de aanvraag van de benodigde middelen.BegraafplaatsenOnderhoud kapitaalgoederenBegraafplaatsenBegraafplaatsenAlgemeenOp basis van het beheerplan Begraafplaatsen voeren we jaarlijks onderhoudswerkzaamheden uit. De begraafplaatsen worden op niveau A+ onderhouden. De doelstelling is om de begraafplaatsen kostendekkend te beheren.BeleidDe actuele beleidskaders staan in het IBOR-plan (vastgesteld 19-01-2016). Het beheerplan Begraafplaatsen is één van de onderleggers van het IBOR. Het kwaliteitsniveau is vastgesteld op A+. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en middellange termijn niet toereikend om het vastgestelde onderhoudsniveau en de begraafwerkzaamheden uit te voeren.Financiële middelenEr was onvoldoende capaciteit op de begraafplaatsen. Door het actualiseren van de administratie en het ruimen van graven is er nu voldoende capaciteit. We beheren de begraafplaatsen op dit moment niet volledig kostendekkend. Er komt een herziening van het beleidsplan met als doel om het beheer wél kostendekkend te maken.Om zeker te zijn van voldoende onderhoudsgelden voor de toekomst maken we gebruik van de voorziening Afkoopsommen onderhoud graven en de voorziening Afkoopsommen grafrecht. Alle afkoopsommen voor het onderhoud van de graven en het grafrecht voegen we toe aan deze voorzieningen. De kosten voor het ruimen van graven en het onderhouden van de begraafplaatsen bekostigen we uit deze voorzieningen.Doorkijk toereikendheid van de voorziening voor de jaren 2017 t/m 2021Beide voorzieningen zijn op dit moment niet toereikend. In 2017 is een bedrag van € 201.562,- toegevoegd aan de voorzieningen en eind 2017 is de stand van de voorzieningen € 185.247,-. In 2017 waren de exploitatielasten hiervan € 198.675,-.We kunnen de begraafplaatsen nu niet kostendekkend exploiteren. Om deze reden maken we in 2018 een nieuw, kostendekkend exploitatieplan voor de begraafplaatsen.GrafiekMeerjarig verloop voorziening Afkoopsommen onderhoud begraafplaatsen:Meerjarig verloop voorziening Afkoopsommen grafrechten begraafplaatsen:Risico'sVan de inkomsten is vooral het aantal uit te geven graven niet beïnvloedbaar. Dit aantal fluctueert per jaar.Uit landelijk onderzoek blijkt dat de keuze voor cremeren toe neemt. Ook in onze gemeente neemt het aantal uit te geven graven af en dalen de inkomsten. Als deze trend doorzet, moeten we om deze reden de tarieven verhogen om de begraafplaatsen kostendekkend te blijven beheren.Vanaf 2015 is het nieuwe crematorium Tiel in gebruik genomen. Daardoor vinden minder begrafenissen plaats in gemeente Buren.GebouwenOnderhoud kapitaalgoederenGebouwenGebouwenAlgemeenOp 20 september 2016 stelde u de Vastgoednota 2016 vast. Uitgangspunten hierin zijn: afstoten van niet-functioneel vastgoed, professionaliseren vastgoedbeheer, kostprijs dekkende verhuur. We kennen vijf onderhoudsniveaus, waarbij we nu sturen op niveau drie (instandhouding). In 2017 kregen we inzicht in de onderhoudstoestand van al het gebouwde gemeentelijk vastgoed. Op basis daarvan kozen we voor de verschillende objecten welk onderhoudsniveau we nastreven.BeleidOp 23 mei 2017 stelde u het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) 2017-2031 vast. Het kwaliteitsniveau is hierbij vastgesteld op conditiescore 3. Dat houdt in dat we onderhouden op het niveau Goed. Het beschikbaar gestelde budget is op korte en lange termijn toereikend om het vastgestelde onderhoudsniveau uit te voeren. Het onderhoud voor de dorpshuizen namen we wederom op, zodat we aan onze juridische verplichtingen kunnen voldoen.Financiële middelenOp basis van het beheerplan Gebouwen en het na te streven onderhoudsniveau voor de verschillende objecten, berekenen we een structurele onderhoudslast voor onze begroting. In 2017 gaven we voor de uitvoering van klein onderhoud € 79.000,- uit. Verder stortten we € 366.500,- voor groot onderhoud in de voorziening. Aan klein en groot onderhoud gaven we voor het gemeentehuis € 126.500,- uit. Groot onderhoud bekostigen we uit de voorziening Onderhoud gebouwen. Eind 2017 is de stand van deze voorziening € 794.968,-.Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.GrafiekRisico'sEr is voldoende dekking voor het vastgestelde MJOP 2017-2031. Echter is hierin geen dekking voor de sportcomplexen. In 2017 is een grote slag geslagen met het uitvoeren van het uitgesteld onderhoud. In 2018 wordt dit afgerond.Overzicht gebouwenAantal per31-12-2015(werkelijk)Aantal per31-12-2016(werkelijk)Aantal per31-12-2017(werkelijk)Eigen huisvesting: gemeentehuis111Woningen: (waarvan één binnen project Doejenburg II)875Gemeentewerf: Buren en Lienden210Brandweerkazerne: Buren100Dorpshuizen:- in volle eigendom: Lienden, Maurik, Beusichem, Ravenswaaij, Rijswijk en Ingen ¹664- medeverantwoordelijk voor onderhoud: Asch, Erichem, Kerk-Avezaath en Zoelen444Kleine verenigingsgebouwen: Molenboomgaard, De Breipot, voormalige Jeugdsoos (BTT/SDG),Het Binnen430Gymzalen: (waarvan twee bij een dorpshuis)9910Sportvelden: acht voetbalverenigingen, één korfbalclub, drie tennisclubs (erfpacht).Gebouwen niet van de gemeente, alleen Maurik is eigendom gemeente121212Commercieel: Poortgebouw en 't Heerenlogement222Bijzondere objecten: Museum, Synagoge222Begraafplaats: Aula's en bergingen121212Kerktorens: (inclusief aantal torens alleen uurwerken)131313Monumenten:- twee molens;- kanon, drie dorpspompen, stadswallen, historische muren in Buren888Overige:- één zwembad (Beusichem) gesloopt in 2017- drie muziektenten (Ingen, Beusichem en Eck en Wiel)- twee garageboxen 1 verkocht in 2017- twee schuurtjes (Ravenswaaij / Zoelmond bij Kerk)- twee standplaatsen woonwagens10108Schoolgebouwen242424¹ Op 20 september 2016 besloot het college verkooponderhandelingen te starten voor De Hoekenburg in Rijswijk. In 2018 wordt de verkoop afgerond.